Proosten | |
Proost (de), (de) Prost, Pro(o)sten, (de) Proft, Proos, Proest, Proes(s), Prös(s), Proehs, Probst, Props(t), Provo(o)st, Le Provost, Provo(t), Provou, Provos(te), Prouvo(s)t, Prouvosq, Pruvo(o)st, Pruvot, Pruûost, Pruuost, Pruwast, Prevos(t), -vo(t), -vots, -voo(t), -voz, PrĂ©-, Le Prevost, Preuvot, Preveas, Pervost, Pervoot, Privot, Privoo, Proust Uit het Middelnederlandse provest, proo(f)st, het Oudfranse provost, prevost, het Duitse Probst. Allemaal afkomstig uit het Latijnse prepositus: proost, hoofd van een kathedraal,kapittel, kloostervoogd, maar ... meestal een gerechtelijk ambtenaar, voorzitter van de schepenbank, baljuw. Beroepsnaam. 1290 Gillot Prevost - Bergen (Perard). |