Geef aan welke vissen je wilt zien uit de database


min. max.
min. max.
min. max.
min. max.




Blauwe pareldanio

Myanmar (vroeger Birma), Zuid-Oost Azië, augustus 2006. op een hoogte van ruim een kilometer wordt een visje ontdekt ik een reeks poeltjes van 30 cm diep. Na onderzoek blijkt hij bijna nergens anders voor te komen. 3 jaar later is hij in het wild bijna uitgestorven door zijn eigen populariteit. De eerste naam, Microrasbora sp. "Galaxy", blijkt al snel onjuist, en wordt gecorrigeerd naar door Danio margaritatus. Ook bij deze familie bleek hij niet te horen, hij wordt ingedeeld bij een nieuw, apart geslacht, en krijgt de naam Celestichthys margaritatus. In 2009 is hij weer bij Danio ingedeeld. Begin 2010 bleek het echter toch een apart geslacht te zijn, dus heet hij momenteel weer Celestichthys. Hoelang dat zo blijft is nog maar de vraag....

Uiterlijk:
Donkerblauw, bijna zwart lichaam (Celestichthys = hemelse vis) met veel witte tot gele stippen (margaritatus = met parels bedekt), rode buik, vinnen doorzichtig met rood en zwart.

Inrichting:
De vis stond erom bekend dat hij in bakjes vanaf 20 liter al kon worden gehouden, in een aqua 40 zouden er zo al 10 tot 12 passen. Dit advies was echter te veel gebaseerd op de grootte, en te weinig op het gedrag, hij stond in die tijd veelal bekend als erg schuw. Pas toen men deze soort ook in grotere bakken is gaan houden, bleek dat die schuwheid gewoon kwam omdat ze meer zwemruimte nodig hebben. Ik zou daarom een bak van zeker 50cm aanraden om hem goed tot zijn recht te laten komen. Zorg voor een dichte beplanting met veel fijn blad of mos. Hij stelt verder niet veel eisen. Geschikte medebewoners zouden bijvoorbeeld dwergknorgoerami's (Trichopsis pumila) zijn of de Dario dario, ook garnalen laat hij veelal met rust. De soort staat erg mooi in aquaria in Amano-stijl, omdat hij erg klein is, erg mooi schoolt en het de kleuren mooi contrasteren met groene planten.

Karakter:
In te kleine bakken schuw. Anders een redleijk dappere soort, maken goed gebruik van de zwemruimte, en komen ook in grote bakken goed uit, mits gehouden in een flinke school. Pas op met grotere vissen, omdat hij ongewoon klein blijft wordt hij sneller gegeten dan de meest algemene scholenvissen, bijvoorbeeld kardinaaltetra's. Bijvoorbeeld grotere Trichogaster-soorten (onder andere de diamantgoerami en de blauwe spat met zijn kweekvormen) willen dit visje nog wel eens eten.

Kweek:
Als aan de waterwaarden, en inrichting wordt voldaan, gaat dit eigenlijk vanzelf. De eitjes worden in mos of filterwatten afgezet en komen probleemloos uit. Het is aan te raden een grote losse pluk javamos in de bak te leggen, zodat de eitjes, die het liefst in mos worden afgezet, makkelijk weggehaald kunnen worden. Eens uitgekomen voeren met Artemia-naupliën, gewelde artemia-eitjes, stofvoer voor garnalen en fijngewreven droogvoer, later ook Daphnia en volgroeide Artemia (klik hier voor het artikel over levend voer voor jonge vissen). De jongen mogen pas weer bij de school als ze groot genoeg zijn.



Kenmerken:

Nederlandse naam: Blauwe pareldanio
Latijnse naam: Celestichthys margaritatus
Herkomst: Azië
Orde: Karperachtigen
Familie: Echte karpers
Verband: School
Zone: Bodem - midden
Temperament: Vredelievend
Voedsel: Levend voer, Droogvoer, Diepvriesvoer
Zuurgraad: 6 - 8 Ph
Hardheid: 3 - 10 °dH
Temperatuur: 20 - 25 °C
Lengte: 1 - 3 cm
Toegevoegd door: John op 13 april 2012
Gewijzigd op: 13 april 2012




© John Peskens    scripts by Forumhulp.com