Uiterlijk:
De naam zegt het al, de acara is mooi rood gekleurd, in de paartijd is het mannetje nog feller rood. Op het midden van hun lichaam en achter de kop zit een zwarte stip. Het geslachtsonderscheid is moeilijk te zien. In de handel worden ze ook weleens aangeboden als H. lifalili.
Inrichting:
Voor deze vissen is een aquarium nodig van minimaal 1.20 meter. De bak inrichten met harde planten en veel schuilplaatsen. Ze graven graag in de bodem en houden van veel stroming.
Karakter:
De vissen zijn territoriumvormers en moeten paarsgewijs gehouden worden. In de paartijd zijn ze erg agressief tegen andere vissen, dus alleen samenhouden met andere robuuste cichliden. Buiten de broedtijd zijn ze redelijk vreedzaam.
Kweek:
De kweek is eenvoudig, op een schoongepoetste steen of een stuk kienhout worden zo´n 300 tot 500 eitjes afgezet. Na 3 à 4 dagen komen de jongen uit, en worden ze regelmatig verplaatst naar andere nestkuiltjes. Beide ouders hebben broedzorg en beschermen de jongen, ze zijn dan uitermate agressief. De jongen kunnen opgekweekt worden met stofvoer en artemia-naupliën.