Uiterlijk:
Het Sumatraantje is een van de bekendste barbelen, ze hebben een licht oranje lichaam met daarover 4 verticale zwarte banden. De vinnen en het snuitje van de mannetjes zijn roder. De vrouwtjes zijn wat dikker en hebben minder rode vinnen.
Inrichting:
Inrichten met een donkere bodem en losse beplanting, zorg voor voldoende zwemruimte. Ze hebben het liefst een zandbodem om te grondelen.
Karakter:
Het zijn zeer actieve, levendige scholenvisjes, met een schooltje van 6 à 7 stuks voelen ze zich al op hun gemak. Ze staan wel bekend om het “vinbijten”, dus je houdt ze beter niet samen met b.v. maanvissen en Gourami´s. Verder kun je ze met andere actieve, levendige vissen samenhouden.
Kweek:
De kweek is vrij makkelijk. Gebruik een kweekbak met Javamos en fijn bladderige planten, je kunt ook knikkers op de bodem leggen waar de eitjes tussen kunnen vallen, zodat ze niet opgegeten worden. Zorg voor zacht zuur water, de temperatuur mag ietsje hoger dan normaal. Na de ei afzetting de ouders uitvangen. De jongen opkweken met artemia-naupliën.