Uiterlijk:
Als ze mooi gekleurd zijn, zijn ze oranje tot dieprood. Verder hebben ze een zwarte ''kegel'' vanaf het midden van het lichaam tot aan de staartvin.
Inrichting:
Ze hebben voldoende zwemruimte nodig. Aangezien ze in de middenlaag zwemmen is randbeplanting aan te raden. Lage voorgrondbeplanting waarderen ze ook en doet de kleur van het visje ten goede.
Karakter:
Het zijn zeer vreedzame en levendige scholenvisjes die je het beste kunt houden met 15 stuks of meer. Ze zijn goed samen te houden met andere vissen.
Kweek:
De kweek is vrij moeilijk. Zorg dat de ouders eerst goed doorvoedt zijn met bv. zwarte muggenlarven, daar zitten veel vitamines in en bevordert het kuitschieten. De kweekbak inrichten met breedbladige planten zoals een Anubias of een Echinodorus soort is aan te raden. De ei afzetting gebeurt tegen de onderkant van het blad, ze leggen zo´n 80 tot 100 eitjes. Zorg voor zacht water en een temperatuur van 27 graden. Men kan de jongen opkweken met artemia-naupliën.